Vanuit DISCLOSE zijn we van plan de verspreiding van het bodemleven binnen het gebied de Bruine Bank te voorspellen. Hiervoor plannen de DISCLOSE onderzoekers dit najaar een onderzoeksreis, en de voorbereidingen zijn in volle gang. Een eerdere cruise met OCEANA heeft met de ontdekking van Sabellaria spinulosa riffen opmerkelijke resultaten opgeleverd. Volgende week varen we uit om de Bruine Bank opnieuw te bezoeken, waarbij we het gebied gedetailleerd in kaart gaan brengen. Rechtstreeks vanaf de Pelagia zullen we verslag uitbrengen. Door deze blog te volgen, zie je hoe we werken, wat we vinden en hoe we onze gegevens gebruiken om te voorspellen waar welke soort bodemgemeenschap zich zal bevinden. In deze eerste post geven we een introductie van het geplande werk.
Het doel van het DISCLOSE project is om de leefgemeenschappen op de bodem van de Noordzee te begrijpen. De Bruine Bank is een ondiepe zandbank in de Noordzee, die aan beide kanten wordt omgeven door twee diepe troggen. De diepe en ondiepe gebieden trekken andere organismen aan, waardoor het gebied interessant is om te bestuderen. We weten inmiddels al dat we een kans maken om de indrukwekkende riffen te vinden die worden gevormd door de kokerworm Sabellaria spinulosa (Figuur 1).
Om precies vast te stellen waar we heen willen, maken we een gedetailleerde kaart van de zeebodem. Dit doen we door met akoestische technieken, zoals Side Scan Sonar (SSS) en MultiBeam EchoSounder (MBES) de zeebodem te scannen. Voor beide technieken varen we in meerdere rechte lijnen, parallel aan elkaar, van noord naar zuid over het onderzoeksgebied. De apparaten zenden tijdens het varen geluidsgolven uit en meten hoelang het duurt voordat de echo weer wordt opgevangen. Die tijd tussen het uitzenden en ontvangen van de geluidgolf is een maat voor de afstand tot het oppervlak waarop het geluid weerkaatst. Daarmee kan dus de diepte en het reliëf van de zeebodem worden bepaald. Daarnaast meten we de backscatter. Backscatter is de reflectie-intensiteit, het verschil in geluidsintensiteit dat ontstaat na interacties van het geluid met de zeebodem. Dit geeft gedetailleerde informatie over het type sediment in de buurt van het schip.
Als volgende stap verzamelen we meer gegevens op drie verschillende transecten die van oost naar west lopen binnen het onderzoeksgebied. Een transect is niet meer dan een lijn binnen het onderzoeksgebied waar de eerste gegevens worden verzameld. Meten langs een transect is een handige methode als je verschillen wilt ontdekken over een gradiënt. Zoals te zien op de kaart (Figuur 2) lopen de drie transecten over verschillende gebieden: de diepe troggen (blauw) en de ondiepe zandbank (rood). In elk gebied filmen we de zeebodem, verzamelen we een bodemmonster en nemen we een sediment-profielfoto. Dat laatste is een foto van hoe de bodem eruit ziet onder de oppervlakte. Je kunt erop zien of er verschillende sedimentlagen aanwezig zijn.
Tijdens een transect filmen we op drie verschillende plekken, allen in een noord-zuid richting. Bij de Bruine Bank zorgt deze richting ervoor dat de diepte redelijk constant is gedurende het filmen. Elke video zal ongeveer 200 m zeebodem vastleggen, waarbij al het leven dat voorbijkomt zwemmen/kruipen wordt genoteerd.
De bodemmonsters worden ook wel ‘box cores’ genoemd, en deze worden bij voorkeur verzameld op plekken waar we ook de bodem met de video hebben bekeken. Zo kan worden nagegaan of wat we met de camera zien ook een goede weerspiegeling is van het leven dat zich in de zeebodem bevindt. De bodemmonsters zijn daarmee een validatie voor de camerabeelden. Alle bodemmonsters worden gezeefd en alle dieren die in de bodem leven worden verzameld.
Om ook de chemische samenstelling van de bodem in kaart te brengen nemen we een aparte box core. Daarnaast bekijken we de sediment-profielfoto’s. Op die foto is eigenlijk hetzelfde te zien als wanneer je een gat in het zand graaft, en dan naar de zijkant van de kuil kijkt. Op die manier kan je sedimentlagen zien door de kleurverschillen, of bekijken of de zandkorrels groter of kleiner worden met de diepte.
Uiteindelijk vergelijken we het leven en de bodemsamenstelling van alle drie de transecten. Terug op kantoor gebruiken we een computer die het bodemleven van elk van de transecten kan voorspellen. Zo kunnen we bijvoorbeeld met de gegevens van de eerste twee transecten voorspellen hoe het bodemleven er in het derde transect uit moet zien. Natuurlijk weten we hoe het bodemleven van het derde transect er echt uit ziet, dus daarmee kunnen we mooi de betrouwbaarheid van de voorspelling controleren.
Komende donderdag 26 oktober varen we uit. We zijn van plan elke 2-3 dagen een blog te schrijven en deze online te plaatsen. In deze blogs laten we zien hoe we aan boord werken en wat we vinden. We hopen dat jullie ons volgen op zee!