Ongewervelden die in en op de zeebodem leven (macrofauna) worden beïnvloed door fysische, biologische en chemische processen in hun omgeving. Zulke processen bepalen de omgevingsfactoren die ervoor zorgen dat de organismen zich verschillend verspreiden. Daarbij ontstaan patronen van leefgemeenschappen op lokale en regionale schaal. Binnen een dergelijke leefgemeenschap vertonen de organismen een keur aan eigenschappen die hun specifieke rol binnen een leefgemeenschap en leefgebied bepalen. Voorbeelden van zulke eigenschappen zijn levensduur, lichaamsgrootte en voortplantingsstrategie. We kunnen deze zogenaamde ‘functionele eigenschappen’ gebruiken als maat voor de stressbestendigheid en gevoeligheid voor verstoring van een organisme, waaronder ook verstoring door menselijke activiteiten.
Om de leefgemeenschappen in de zeebodem zeer gedetailleerd te bestuderen worden vaak bodembemonsteringstechnieken gebruikt zoals happers en boxcores, die een stukje bodem kunnen oppakken. Deze technieken worden uitgevoerd vanaf een onderzoeksschip, waarbij de happer overboord wordt gezet en tot de zeebodem wordt afgezonken. Daar zakt hij vanwege zijn gewicht in de bodem, waarna de happer zich sluit en weer aan boord wordt gehesen. De monsters worden aan boord verwerkt en veilig opgeslagen. In het lab kunnen sedimenteigenschappen zoals de hoeveelheid organisch materiaal en de korrelgrootte van het sediment, en ook het voorkomen van de organismen, nauwkeurig worden bepaald. Naast deze gebruikelijke technieken gebruiken we ook een nieuwe techniek: sediment profiel fotografie (SPI). Deze methode neemt een foto van een dwarsdoorsnede van de bovenste 20 cm van de zeebodem, zonder deze erg te verstoren. We gebruiken we deze foto’s in combinatie met de andere bodemmonsters om bodemkenmerken vast te stellen zoals sedimentkorrelgrootte, redoxdiepte (diepte tot waar zuurstof beschikbaar is in de bodem) en de aanwezigheid van holen of tunnels veroorzaakt door gravende organismen.
Het derde deelproject heeft als doel om de functionele eigenschappen van verschillende leefgemeenschappen te onderzoeken, in relatie met de veerkracht en het herstel-potentieel van de gemeenschap. Het zal de invloed van alle samenwerkende omgevingsfactoren zoals hydrografische, fysische, chemische en biologische gradiënten onderzoeken, hoe deze leiden tot de verspreiding van de verschillende organismen, en hoe zij daardoor leefgemeenschappen vormen met specifieke structuren en functies. Daarnaast zullen de functionele eigenschappen van soorten worden gebruikt om in kaart te brengen hoe de leefsgemeenschappen reageren op menselijke activiteit. Het deelproject werkt nauw samen met deelproject 1 en deelproject 2, waarbij het zal verifiëren of de gemeenschappen zoals verwacht op grond van video en akoestische scans, zijn terug te vinden in de bodemmonsters.
Bestaande data zal worden gebruikt tijdens het plannen van nieuwe expedities, maar zal ook worden geïntegreerd in de analyse. Hierdoor wordt DISCLOSE een allesomvattende studie naar de macrofauna leefgemeenschappen op representatieve delen van de Nederlandse Noordzee bodem.